Werkwoorden kunnen ook de naamval bepalen. Anders dan bij voorzetsels, hoeven werkwoorden niet direct vóór of áchter het betreffende woord te staan. Het werkwoord staat wel inhoudelijk in verbinding met het te vervoegen woord. In onderstaande oefening staan alleen werkwoorden met de 3e of 4e naamval. Welke werkwoorden horen bij welke naamval? V – W – O …
